Nou, Rusland heeft een punt dat er tot en met Jeltsin verzet was tegen het uitbreiden van de NAVO. En Jeltsin was min of meer dronken toen hij z’n handtekening zette en Polen lid mocht worden. Poetin had de afgelopen jaren heel rationeel kunnen denken: zet nou even zwart op wit wat jullie bij de NAVO eigenlijk al van plan zijn, dat Oekraïne geen lid wordt. Nooit. Dan was er niks aan de hand geweest.” Ko Colijn in een dubbelinterview met Beatrice de Graaf in de NRC van 22 maart 2022)

Voor het Westen is het zonneklaar. De oorlog begon toen Rusland de Oekraïne binnenviel. Poetin bleek de schurk die hij in feite altijd al was. De politici die met hem pacteerden (ex-bondskanselier Merkel, de toenmalige minister van financiën, nu bondskanselier Scholz, bondspresident Steinmeier en vele, vele anderen) zitten nu in het beklaagdenbankje naïef geweest te zijn, sommigen trekken ook het boetekleed aan: culpa, mea maxima culpa. Het zijn niet toevallig vooral Duitse politici. Duitsland had en heeft nauwe economische betrekkingen met Rusland en was er daarom op uit Rusland te vriend te houden. Dat is nu in een klap voorbij. Poetin is de personificatie van het kwaad met wie niet te praten valt en die met alle middelen moet worden bestreden. Het Westen is (weer eens) de hoeder van de democratie versus de dictatuur, de waardengemeenschap versus cynische machtspolitiek. Maar de vijandschap tussen het Westen en Rusland heeft een lange geschiedenis en het vijandbeeld van Rusland als een bedreiging van Europese resp. de Westerse beschaving is niet van vandaag of gisteren. Pas als wij deze geschiedenis in de analyse van het conflict betrekken kunnen wij begrijpen waarom Rusland van zijn kant óns als de vijand ziet.

Niet zo maar een vijand

Je zou die geschiedenis al kunnen laten beginnen met het tsaristische Rusland. Het hof in Petersburg sprak weliswaar Frans en was niet minder gecultiveerd dan Versailles maar het volk was barbaars, van nature ongeschikt voor de Verlichting. Ik stel voor als begindatum 1917 te kiezen: de Oktoberrevolutie. Vanaf toen was Rusland de vijand in absolute zin, de belichaming van een ideologie die ‘onze’ burgerlijk-kapitalistische maatschappij wilde omverwerpen en die dus te vuur en te zwaard diende te worden bestreden. In de burgeroorlog tussen de jonge Sovjetrepubliek en het contrarevolutionair ‘witte’ leger werden de contrarevolutionairen gesteund door een brede coalitie van Groot-Brittannië, Frankrijk, de VS, Japan, Polen, Servië, Griekenland en Roemenië. Pas in 1920 slaagde de Sovjet-Unie erin zijn vijanden te verslaan. Maar de prijs was hoog: een verwoest land en een groot gedeelte van het partijkader gesneuveld. Vanaf toen was het duidelijk dat de opbouw van een socialistische maatschappij een bijkans onmogelijke opgaaf was – in een agrarisch land, met een zwak ontwikkelde industrie, waarin het proletariaat een kleine minderheid vormde en boeren de overgrote meerderheid. De toekomst van de Sovjet-Unie hing dan ook af van het overslaan van de revolutie naar het ontwikkelde deel van Europa, vooral naar Duitsland. Toen dat niet gebeurde was de vraag hoe het verder moest. Trotski koos voor ‘permanente revolutie’, wat in feite neer gekomen was op een permanente oorlog met de kapitalistische wereld en een permanente oorlogseconomie. Stalin koos voor het concept van ‘socialisme in één land’. Het was een defensief concept dat neerkwam op een verdediging van de Sovjet-Unie waaraan alle communistische partijen zich  dienden te onderwerpen. Qua buitenlandse politiek betekende het een politiek van vreedzame (nu ja, vreedzame) co-existentie met het kapitalistische deel van de wereld, binnenlands betekende het staatsterreur: geen strijd in de partij, dus liquidatie van mogelijke concurrenten om de partijleiding, geen etnische conflicten, dus volksverhuizingen die separatistische bewegingen moest voorkomen. Het is goed om hier een moment bij stil te staan. De Sovjet-Unie was aangewezen op vreedzame co-existentie. De vraag was nu hoe het Westen daarop reageren zou. Welnu, het Westen bleef erbij dat de Sovjet-Unie een agressor was, erop uit de hele wereld onder de voet te lopen (‘De Russen komen’). Als wij aannemen dat de geheime diensten hun werk deden zal het Westen geweten hebben dat dat niet waar was. Maar de Sovjet-Unie was niet zo maar een vijand, het was de ideologische vijand, objectief een bedreiging van de kapitalistische wereldorde die daarom niet wezen mocht.

Zo toen in Duitsland de Nazi’s aan de macht kwamen. De Sovjet-Unie voelde zich terecht bedreigd (ook omdat Stalin met een zuivering een deel van de opperbevelhebbers van het Rode Leger had laten liquideren en de Sovjet-Unie voor een oorlog met Duitsland niet klaar was). Dus probeerde de Sovjet-Unie met Frankrijk en Groot-Brittannië een niet-aanvalsverdrag te sluiten. Maar die gaven geen gehoor, zij bleven liever on speaking terms met Nazi-Duitsland. Daarop sloot de Sovjet-Unie in arren moede een niet-aanvalsverdrag met Duitsland. Cynisch maar begrijpelijk. De daarop volgende bezetting van het de Sovjet-Unie toegewezen deel van Polen lag in de lijn van Stalins defensieve concept: het creëren van bufferstaten.

De Koude Oorlog: van co-existentie naar coöperatie?

Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de Geallieerden (de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk) dan toch de bondgenoten van de Sovjet-Unie. Gezamenlijk trekken zij op tegen Nazi-Duitsland en staan voor de vraag hoe de wereldorde er na de capitulatie van Duitsland uit zal zien. In de onderhandelingen daarover is het voornaamste punt van de Sovjet-Unie de verdeling van Europa in twee invloedssferen met de daarbij behorende bufferstaten die wederzijds erkend werden. Wel namen de Geallieerden en de Sovjet-Unie samen de verantwoordelijkheid hoe het met Duitsland verder zou gaan – het Verdrag van Potsdam (1945) dat uitging van één Duitsland – maar het feitelijk resultaat was de verdeling van Duitsland in twee staten, de BRD, geïntegreerd in het Westerse blok (de latere NAVO), en de DDR, geïntegreerd in het Oosterse (het latere Verdrag van Warschau). Weliswaar deed de Sovjet-Unie in 1952 nog een voorstel voor één herenigd neutraal Duitsland maar net als in de 30er jaren bij het niet-aanvalsverdrag ging het Westen daarop niet in. De Tweede Wereldoorlog mondde uit in de Koude Oorlog waarin het gevaar van een allesvernietigende kernwapenoorlog de twee wereldmachten, VS en de Sovjet-Unie, ervan afhield om een oorlog daadwerkelijk te beginnen. De co-existentie was, of men die nu wilde (de Sovjet-Unie) of niet (het Westen), een feit. De invloedssfeer van de een werd door de ander gerespecteerd. Bij de opstanden in de DDR (1953), in Hongarije (1956) en in Tsjecho-Slowakije (1968) grijpt het Westen niet in. Als de VS in oktober 1962 raketten plaatst in Turkije, dus direct aan de grens van de Sovjet-Unie, begint de Sovjet-Unie met het plaatsen van raketten op Cuba. De toenmalige president van de VS, Kennedy, dreigt met een kernwapenoorlog. De Sovjet-Unie trekt zijn raketten weer terug, de VS doen (stilzwijgend) hetzelfde. Het is belangrijk dit in verband met de oorlog in de Oekraïne goed te onthouden. Nu, nu Rusland respect vraagt voor zijn invloedssfeer en dreigt met zijn kernwapens, wil het Westen van invloedssferen niets meer weten. Maar toen het omgekeerde gebeurde was het bereid het op een kernwapenoorlog te laten aankomen. De Koude Oorlog leek een soort van ‘eeuwige vrede’ te garanderen die geen vrede was, maar een balanceren langs de afgrond van een Derde Wereldoorlog die de laatste zou zijn. Toch werd geleidelijk de sfeer tussen de twee blokken ontspannener. In het Helsinki-akkoord (1975) werden afspraken gemaakt over veiligheid en samenwerking in Europa: een combinatie die verder ging dan de fixatie op afschrikking alleen. De zgn. derde korf in het akkoord, over de mensenrechten, was voor het Westen vooral een instrument voor selectieve verontwaardiging tegen het Oostblok. Dat het zelf de mensenrechten massief schond bleef buiten beeld (Vietnam!).

Een gemiste kans: de coalitie van de Rede

Toen gebeurde er iets dat in het Westers vijandbeeld niet voorzien was: Michail Gorbatsjov, die in 1985 gekozen werd als secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Hij begreep dat de Sovjet-Unie de wapenwedloop niet langer kon volhouden. Hij sloot met de VS verdragen die het aantal kernwapens moesten reduceren: het INF-verdrag (1987), een verbod op nucleaire en conventionele raketten, het START-verdrag (1991) dat het aantal operationele kernkoppen van de twee grootmachten beperkte. De co-existentie kreeg inderdaad een vreedzaam karakter. In het kader daarvan deed Gorbatsjov het voorstel voor een project van vergaande samenwerking: de Coalitie van de Rede. Zijn redenering was dat de drie grote globale problemen – klimaat, bewapening en armoede – alleen gezamenlijk kon worden opgelost. Co-existentie moest worden omgezet in coöperatie. Het zou aan de Koude Oorlog een constructief einde hebben gemaakt. Maar, en het is belangrijk dit voor het verdere verloop van de geschiedenis vast te houden, het Westen bleef voor deze redelijkheid doof. Het voelde zich te sterk om de toekomst van de wereld te binden aan het voortbestaan van de Sovjet-Unie. Het zag de kans schoon op een wereld zonder Sovjet-Unie. En zo gebeurde het ook. De Koude Oorlog kwam ten einde. De Muur viel, maar de Sovjet-Unie na een kort intermezzo ook. Het Westen had de Koude Oorlog gewonnen. Voor Francis Fukuyama was daarmee het einde van de geschiedenis aangebroken: het liberalisme, het economische zo goed als het politieke, kende geen tegenstanders meer.

De oude wereldorde nieuw: de NAVO rukt op naar Rusland

Maar de vraag was nog wel hoe een nieuwe wereldorde er uit zou zien. De Sovjet-Unie implodeerde, wat bleef was een gehavend, economisch verzwakt Rusland, dat echter wel over kernwapens beschikte, een gemankeerde grootmacht dus. Aanvankelijk zag het er naar uit dat het Westen de Russische invloedssfeer zou respecteren. De minister van buitenlandse zaken van de VS, Baker, verklaarde dat de NAVO haar grens ‘no inch’ naar het Oosten zou verschuiven. In een verdrag werd dat niet vastgelegd en toen de voormalige satellietstaten van de Sovjet-Unie lid van de NAVO wilden worden, maakte de NAVO geen bezwaar. Rusland zag zich direct aan zijn grens geconfronteerd met NAVO-staten die zich weliswaar door Rusland bedreigd voelden, maar die ook Rusland van zijn kant als bedreiging moest zien. Militaire oefeningen van de NAVO vonden nu pal voor de deur plaats. Rusland, bloot gesteld aan de ‘shock therapie’ (Naomi Klein) van een ‘wild’ kapitalisme, was niet bij machte daartegen iets te ondernemen. Toenmalig president Jeltsin moest accepteren wat hem door het Westen werd opgedrongen, zodat daarna kon worden beweerd dat Rusland zelf akkoord was gegaan. Pas met Poetin werd in Rusland orde op zaken gesteld, economisch ging het voorwaarts en daarvan profiteerden niet alleen de oligarchen maar ook de gewone burger. Vanaf dat moment begon Rusland zich te verzetten tegen een verdere uitbouw van de NAVO. Tsjetsjeens separatisme werd met harde hand onderdrukt, Georgië (met een korte oorlog) en Oekraïne werd te verstaan gegeven dat aansluiting bij de NAVO en/of de EU geen optie was.

Wat ontbrak was het NAVO-lidmaatschap. Oekraïne (althans de Oekraïense meerderheid; de Russische minderheid was er tegen) wilde dat. In 2008 vond er in Boekarest een NAVO-top  plaats waar ook Poetin voor was uitgenodigd. Op de agenda stond of Oekraïne het NAVO-lidmaatschap mocht aanvragen. De voormalige secretaris-generaal, Jaap de Hoop Scheffer, vertelde in Buitenhof hoe dat ging. Er ontstond een felle ruzie tussen Angela Merkel en de vertegenwoordigers van de Baltische staten. De Baltische staten waren voor het aanvragen van het lidmaatschap, Merkel tegen. De ruzie liep zo hoog op dat Merkel uitriep: Ich bin Deutschland! Ook de adviseurs van George W. Bush waarschuwden dat een NAVO- lidmaatschap van Oekraïne Rusland onnodig zou provoceren. Maar, aldus De Hoop Scheffer, Bush was voor en drukte zijn standpunt door (zoals hij dat ook met de oorlog tegen Irak zou doen). Toen moet Poetin tot het inzicht zijn gekomen dat het Westen niet bereid was Rusland ook maar ‘one inch’ tegemoet te komen. Tot die tijd koerste hij nog op samenwerking met het Westen. Nu ging hij nemen wat hem niet gegund werd.

In 2012 annexeerde Rusland de Krim. Dat het daarop recht had, daarover bestond in Rusland een brede consensus. Niet alleen Gorbatsjov maar ook de dissidenten Nemtsov en Navalny vonden dat. Het was altijd Russisch geweest tot Chroetsjov het als blijk van de Russisch-Oekraïense vriendschap bij Oekraïne voegde. In 2014 braken er burgeroorlogachtige gevechten uit in de Donbass, tussen het Oekraïense leger en de door Rusland gesteunde separatisten. In Minsk kwam het tot een akkoord tussen Oekraïne, de twee republieken Loegansk en Donjetsk en Rusland (Minsk I). Toen de oorlog voortduurde werd in Minsk een tweede akkoord gesloten (Minsk II), nu met deelname van Frakrijk en Duitsland (maar niet van de VS!). Afgesproken werd, behalve een staakt-het-vuren, enigerlei vorm van autonomie van de republieken van Loegansk en Donjetsk binnen Oekraïne. De neutraliteit van Oekraïne stond niet ter discussie. Dit akkoord werd niet geëffectueerd maar er was een, formeel van beide kanten erkende, basis voor verdere onderhandelingen. Zolang dat akkoord gold hoefde het niet tot een grote oorlog te komen. Intussen was er nog iets anders gebeurd: het associatieverdrag van Oekraïne met de EU in 2014. Dit verdrag kwam neer op een neoliberaal dictaat: privatisering van staatsbedrijven, afbraak van sociale voorzieningen. Janoekovitsj, hoewel een zichzelf verrijkende oligarch, was niet bereid Oekraïne aan het Westers kapitaal uit te leveren en weigerde het verdrag te tekenen. Was het toeval dat daarop de zogenaamde Oranje-revolutie uitbrak? Janoekovitsj werd afgezet, het associatieverdrag werd getekend, Oekraïne was een ‘Westers’ land geworden. Moest Rusland dat niet zien als de zoveelste bevestiging dat het Westen bezig was Oekraïne binnen haar invloedssfeer te trekken?

Maar waarom zou het Westen een oorlog riskeren?

In elk geval werd de inzet van Poetin werd steeds nadrukkelijker een expliciete verklaring van het Westen dat Oekraïne geen lid van de NAVO zou worden. Het Westen weigerde dat categorisch. De vraag is: waarom? Want het was duidelijk dat het Westen om Oekraïne geen oorlog ging voeren. Als Rusland de rode lijn van geen NAVO-lidmaatschap van Oekraïne met een oorlog zou bekrachtigen, dan stond dus bij voorbaat al vast dat het Westen zich daarbij, met veel anti-Russische retoriek natuurlijk, neer zou leggen. Zo cynisch is wereldpolitiek. Dus nogmaals: waarom? Mij viel al langer op dat in de media steeds dringender de vraag gesteld werd of de EU, wilde het als wereldmacht meetellen, ook militair een wereldmacht moest willen worden. De Hoop Scheffer zei het treffend: de EU is economisch een reus, politiek een puber, militair een dwerg. De dwerg moest dus eeneus worden. Daarvoor moesten de geesten wel rijp worden gemaakt (in Duitsland is nog steeds bijna 50% tegen het opvoeren van de bewapening). Hoe kan dat beter dan door van Rusland weer de traditionele vijand te maken die alleen met militaire middelen in bedwang kon worden gehouden? In deze (ideo)logica paste ook dat Oekraïne lid van de NAVO werd – om zich zo tegen de agressor te kunnen weren. Het kwam dus goed van pas dat Poetin op 24 februari de Oekraïne binnenviel. Hij bleek nu de vijand van wie ‘wij’ altijd al wisten dat hij het was. Ik formuleer het bewust zo cynisch als het is: deze verschrikkelijke Poetin is mede het product van de Westerse onwil Rusland tegemoet te komen, je kunt ook zeggen: de Westerse wil om het conflict te riskeren.

Nu is het oorlog

Nu is het oorlog met alles wat daarbij hoort: oorlogsmisdaden (ook binnen het oorlogsrecht), moorden, verkrachten, folteren, op de vlucht drijven, verwoesten. En waar die eindigt valt niet te overzien. Met toch nog een verdrag of met een voortgaande escalatie tot het ondenkbare: een (‘kleine’) kernwapenoorlog? Waarvan Oekraïne het eerste slachtoffer zou zijn. Een vicieuze cirkel lijkt gesloten. Wat in 1917 begon met de verklaring van Sovjet-Rusland tot de absolute vijand die met een oneindige wapenwedloop op de knieën moest worden gedwongen eindigt voorlopig met meer van hetzelfde: het Westen dat tot de tanden gewapend de concurrentieslag met de andere wereldmachten aangaat – om er tenslotte gezamenlijk aan te bezwijken. En intussen verstrijkt de weinige tijd die wij nog hebben om de klimaatverandering enigszins binnen de perken te houden. In Godsnaam: Stop the War! Afgesloten op 9 mei 2022, nadat Poetin volgens ‘onze’ media ‘niets nieuws’ zei. Dus: wordt vervolgd.

Dick Boer.