Links en rechts in de ban van veiligheid

We worden vastgesnoerd in een web van veiligheid denken. Veiligheid als maximale controle, het uitsluiten van alle risico’s. Beheersingsdrift als de ultieme vorm van maakbaarheid. Dat geloof heerst links en rechts in onze samenleving. En dat geloof betekent oorlog.

Oorlogsstemming

Er is een opgefokte oorlogsstemming die ons allen bedreigt. Vanuit rechts is de oorlog ingezet op allen die het wagen het identiteitsbegrip van ‘de gewone Nederlander’ te betwijfelen. Vanuit links worden we onderworpen aan een anti-Russische oorlogsstemming waarin we allen gedwongen medeplichtig moeten worden. Het nieuwe extreemrechtse kabinet neemt dat – onder de kop ‘internationale veiligheid’- op in haar voornemen om te werken aan de versterking van de ‘maatschappelijke weerbaarheid’ (een term van hoge militairen!). En daarbij horen controle op burgerschapsonderwijs en op onderwijsmethodes die ‘politiek neutraal’ moeten zijn, onderzoek of idealistische organisaties wel ‘representatief’ zijn en het juridisch onderscheid willen maken tussen demonstraties en ordeverstoringen. En de PVV-Kamervoorzitter wil het verbieden dat zijn partij in de Tweede Kamer ‘extreem rechts’ wordt genoemd. Zo worden wij allen bedreigd door een ongekende druk om mee te doen aan de militarisering van de samenleving en de criminalisering van asielzoekers en actievoerders. Dat tast heel ons samenleven aan.

Disciplinering van eigen volk eerst

Koploper in de oorlogsstemming is de links-liberale defensieminister Ollongren. Zij roept alle burgers op om bij te dragen aan de verdediging van Nederland. Klaarstaan als werknemers bij het spoor, in de industrie (wapens voorrang!), in de cultuursector en in de openbare meningsvorming (Poetin begrijpen wordt meer en meer landverraad). Vragen waarop al dat wapengekletter moet uitlopen worden in de politiek en media weggehoond – omdat ‘oorlog is geboden en vrede niet mag zijn’ (Oosterhuis). Hierbij past de focus op een uitsnede uit het Nederlandse volk waar het nieuwe kabinet voor staat. ‘Nederland wordt weer van ons’, zegt de nieuwe leider – en dan kunnen en moeten we allemaal bedenken wie niet bij dat ‘ons’ horen.

Ik doe niet mee!

Ik wil nu alvast duidelijk maken dat deze drukzetting linksom of rechtsom niet op mij kan rekenen – niet bij het inschakelen van burgers, niet in het beleid van de Nederlandse regering dat niet tot vrede en veiligheid voor allen leidt, maar tot toenemende dreiging en meer en meer bewapening. Ik verklaar luid en duidelijk: ik doe niet mee! Met zo’n openbaar voornemen kun je nooit te vroeg zijn.Ik deed aarzelend mee aan het herdenken van de oorlogsslachtoffers. En wat ik vreesde gebeurde: er werden ook openlijk bloemen gelegd bij het monument voor de soldaten die namens Nederland de koloniale oorlog tegen Indonesië voerden – ‘voor orde en recht’, zoals erbij staat. Deze oorlog was fout, is inmiddels ook officieel toegegeven. We kunnen dan nog wel de slachtoffers van deze oorlog gedenken, maar niet de uitvoerders – hoe tragisch hun lot ook was, hoezeer zij ook misleid werden. Ik hoor met instemming het emotionele lied van Reinhard Mey “Nein, meine Sohne geb ich nicht”. Alles wat we onze kinderen meegeven wordt kapot gemaakt in het veiligheidsdenken.