Theologie en maatschappij

De Protestantse Kerk in Nederland heeft in augustus 2020 een visienota uitgebracht, getiteld ‘Van U is de toekomst’. De nota wil een ‘inhoudelijke plaatsbepaling’ zijn, uitgangspunt voor het beleid in de komende jaren. Nu heb ik altijd moeite met de stijl van dit soort nota’s, of ze nu van een overheid komen of van een kerk. De taal is altijd fraai, verheven – maar wat wordt er verfraaid, toegedekt? Kernbegrip is genade, als ‘bevrijdende grondtoon’. Dat beaam ik: genade is in het bijbelse geloven essentieel. De wereld is schepping, dus genadegave van de Eeuwige. Niet ons maaksel, niet onze prestatie. Dat zet een geschiedenis in gang van genadig doorgeven, van generaties die erven van elkaar, zonder dat iemand uiteindelijk kan bezitten. Zo ontvangt het bijbelse volk het beloofde land. Dat is de kern.

Genade is dus een radicaal kritisch woord, kritisch naar iedere mensvisie en naar ieder maatschappelijk ontwerp. Daarom is meteen een prangende vraag: wat betekent genade in een genadeloze maatschappij als de onze? De nota benoemt aan het begin wel de context van onze tijd, met enkele trefwoorden: klagend gelukkig, onzeker, op zoek naar zin, overstresst, gepolariseerd – maar dat zijn meer gevoelens, onderstromen, zonder dat ze echt geanalyseerd worden. De kern van onze maatschappij wordt niet blootgelegd: genadeloos in het sturen met economische categorieën, het verarmen van mensen en natuur, het opgeven van afhakers en het Europees tegenhouden van mensen die willen leven.

Het kruis wordt benoemd als wezenlijk voor de kerk (weer uitgelegd met die zouteloze achterhaalde beeldspraak van verticaal en horizontaal). Maar dat het kruis, de marteldood van Jezus, alle machtsverhoudingen op scherp zet mis ik smartelijk in de nota. Hoe kan dat ontbreken? Ik denk: erachter zit angst voor polarisatie binnen de kerk. Die mag, die moet divers zijn – maar geen polarisatie, geen strijd om schuld en waarheid. Black Lives Matter wordt zelfs neergezet als verstoring van de saamhorigheid. En de nota haast zich om als ze het over de noodzaak van ‘publieke theologie’ heeft te zeggen dat dat geen politiek bedrijven is… – want politiek is het enge veld van meningsverschillen en daarom taboe. Nog altijd werkt de herinnering aan de vredesstrijd in de laatste decennia van de vorige eeuw traumatisch door. Ik verlang naar een kerk waarvoor vrede geen vroom gebedswoord is. Die in het spoor van Jezus de machthebbers in hun hemd durft te zetten. Ik lijd eraan dat ik weet dat het kerkvolk zo’n kritische kerk niet zou (ver)dragen. En dat wezenlijke oppositie tegen de heersende middenpolitiek van het CDA ondenkbaar is – en dat daarom het CDA het politieke gezicht van het christendom in Nederland is en blijft. Maar het had de kerk gesierd als dit soort dilemma’s en spagaten waren gethematiseerd. Maar de deskundige kerkleden die in deputaatschappen en raden meedachten zijn in 2004 bij de kerkfusie weggesaneerd. ‘Alles went, behalve advent’, bedacht Jean-Jacques Suurmond ooit als variatie op een grappig rijmpje. Nu ik dit schrijf ligt Advent nog voor ons – maar Advent ligt altijd voor ons. De messiaanse komst staat uit en zet altijd onze verhoudingen onder hoogspanning. Advent kondigt een mensenkind aan dat alle verhoudingen omkeert, machtigen van hun troon stort. Een kerk van het makkelijke midden vloekt daarmee.

 

Harry Pals