In een bespreking van het boek van Houria Bouteldja (NRC 20-11-2020) maakt Willem Schinkel een paar rake opmerkingen: ‘Witheid – niet als huidskleur dus, maar als machtsvorm – zit ook witte mensen in de weg. Ze voelen zich permanent bedreigd door de ander, die hem herinnert aan het koloniale project. Zo kon president Macron na de moord op Samuel Paty zeggen dat “Frankrijk” aangevallen was – in plaats van Paty. Maar witheid houdt ook witte mensen klein, omdat het ze weerhoudt van solidariteit met “inheemse” mensen.’ En: ‘Bouteldja kiest volmondig voor solidariteit met de inheemse man die zijn vrouw slaat. En provoceert daarmee, maar is ook serieus: als de keuze is tussen een Frankrijk met een narcistische Verlichtingssuperioriteit en de inheemse man, dan heeft zij haar keuze gemaakt. Dat is geen keuze voor geweld, maar een weigering van het racisme jegens de inheemse man in diens problematisering als “niet geïntegreerd”. Bouteldja bepleit een problematisering van mannelijkheid die veel radicaler is dan het paternalistisch feminisme dat zich bevrijd weet en nu nog moslims denkt te kunnen bevrijden.’ Dat wij, witte mensen, met ons ‘natuurlijk’ superioriteitsbesef, waarvan wij ons niet bewust zijn (‘witte onschuld’), ons juist daardoor als racist ontpoppen, wil er bij ons maar slecht in te gaan.

Dick Boer