Op woensdagmorgen 12 februari ging onder ons het verpletterende bericht rond, dat Wilken Veen hoofdredacteur van Ophef en bestuurslid van de VTM de vorige avond plotseling was overleden, 71 jaar oud. Midden uit zijn leven weggerukt.

Het is niet te bevatten: Wilken is er niet meer. Een enorm verlies, allereerst voor zijn naasten maar ook voor ons, als betrokkenen bij Ophef en VTM. Hoe zouden we hem als hoofdredacteur van Ophef kunnen missen? Vele jaren lang vervulde hij die positie en was hij als zodanig ook min of meer de spil van onze vereniging. En bij die vereniging was hij van het begin af aan (1994) betrokken, en in de tijd daarvoor bij Christenen voor het Socialisme. De rouwaankondiging van zijn vrouw Rieta en hun familie bevat een dubbel motto: een moderne en een klassieke (in die volgorde), Leonard Cohen en psalm 119. Dat is op zich al veelzeggend: Wilken leefde volop in de eigentijdse cultuur in vele varianten en evenzeer volop vanuit de Bijbelse traditie (en vanuit de christelijke traditie, voor zover die werkelijk bijbels was). En daarin ging het hem erom ‘de hoop op toekomst en vrede levend te houden’, zoals de familie ook schrijft. In dat licht was hij theoloog.

Hij bestreek daarbij een breed terrein: allereerst de kerkgeschiedenis (hij promoveerde op de Duitse kerkgeschiedenis in de tijd van het Derde Rijk; daar ontstond zijn liefde voor Bonhoeffer), maar ook de Bijbelse en systematische theologie. In zijn vertrouwde rubriek in Ophef over nieuwe boeken (och, wat zullen we die aankondigingen ook missen!) ging het altijd om boeken uit de breedte van theologie en kerk, en hij meed daarbij de literatuur ook niet. En in die rubriek lukte het hem steeds om in de ware zin van het woord eenvoudig en aanstekelijk over de besproken boeken te schrijven; dat tekende zijn belezenheid. Ik noemde hem al de spil van onze vereniging. Hij had een wijd vertakt netwerk, omdat hij zoveel mensen kende en met velen van hen had samengewerkt in leerhuizen en andere studieuze verbanden. Bij elk thema dat de redactie van Ophef aanpakte wist hij wel auteurs te bedenken en in te schakelen.

Daarnaast was hij van meet af aan nauw en enthousiast betrokken bij de serie portretten van theologen ‘die hebben bijgedragen aan een kritische en maatschappelijk betrokken theologie’.  Hij schreef enkele deeltjes voor deze serie, over Dietrich Bonhoeffer en Bert ter Schegget.

Hoe het verder moet zonder Wilken? Concreet weten we dat nog niet, dat zal redactie en bestuur tijd en hoofdbrekens kosten. We weten wel dat we de zaak die hem aan het hart ging en waarvoor hij zich inspande verder zullen en willen dragen: recht voor ieder mensenkind, ons gegund en opgedragen door de Bevrijder-God. In dienst van dat verhaal heeft Wilken zich als theoloog gesteld, en dat verhaal zal blijven klinken.

Zijn gedachtenis zij ons en velen tot zegen.